Oorsprong van het Pompstation Corle

Een voormalige Rijn-arm loopt van Dinxperlo via Aalten en Corle richting Vreden. Deze slenk, ongeveer 100 meter breed en 60 meter diep, is in de ijstijd opgevuld met grof zand en grind. Dit materiaal kan goed grondwater opslaan, in tegenstelling tot klei en kalk.

Deze gunstige bodemgesteldheid leidde in 1926 tot de bouw van het pompstation in Corle. Het doel was de winning en zuivering van grondwater voor de drinkwatervoorziening van Winterswijk.

Werking van het Pompstation

Het pompstation in Corle haalt grondwater uit 12 winputten van 35 tot 55 meter diep. Dit water wordt via onderwaterpompen en een leidingsysteem naar zes stalen filters geleid. De maximale productiecapaciteit is 750.000 liter per uur.

Het ruwe water is bacteriologisch betrouwbaar, maar bevat koolzuur, ijzer- en mangaanverbindingen. Deze worden verwijderd door beluchting en filtratie. Het gezuiverde water wordt opgeslagen in een reinwaterkelder van 1380 m³ en vervolgens via pompen naar Winterswijk en omgeving getransporteerd.

Verandering en Ontwikkeling

Naast het pompgebouw ligt de reinwaterkelder, deels boven en deels onder het maaiveld. De filters worden periodiek schoongespoeld, waarbij het afvalwater in een spoelvijver terechtkomt. Deze vijver, oorspronkelijk een kale zandput in 1973, is inmiddels begroeid met diverse struiken en bomen.

Het pompstation, oorspronkelijk eigendom van de gemeente Winterswijk, ging in 1988 over naar W.O.G., later Waterbedrijf Gelderland en sinds 2002 Vitens. De waterafgifte varieert sterk per dag en seizoen. In 1999 was de hoogste dagafgifte op 2 augustus 8427 m³ en de laagste op 25 december 4881 m³.

Het oorspronkelijke gebouw uit 1926 werd in 2005 gesloopt. De machine- en pompruimte bevond zich in het laagste deel, terwijl in het hogere deel de filters waren ondergebracht. Hier was later ook een magazijn voor monteurs van Vitens. Het noodstroomaggregaat stond in het lagere deel, met een brandstoftank in een betonnen bunker ervoor.